Verschillende bekende hondenbaasjes komen samen met hun viervoeter aanstaande zondag 2 oktober in actie om geld in te zamelen voor oudere en kwetsbare honden. Op de vraag om mee te doen, twijfelden de bekende deelnemers geen moment. Mediapersoonlijkheid Erica Meiland zegde er zelfs een première voor af om samen met haar honden Bijoux en Babs mee te doen. Ook presentatrices Evelien de Bruijn, Chimène van Oosterhout en weervrouw Marjon de Hond, allemaal grote hondenliefhebbers, hebben hun zondag vrijgemaakt.

Schrijver en eveneens groot hondenliefhebber Arthur Japin is vóór de start van de wandeling aanwezig om de deelnemers een hart onder de riem te steken. Zo ook Jeroen Oomen, een van Nederlands bekendste hondencoaches.

De Honden voor Honden Loop wordt voor de tweede keer georganiseerd door de Koninklijke Hondenbescherming. Door het lopen van een avontuurlijke route van 5 of 10 kilometer op het landgoed van Kasteel Groeneveld in Baarn halen de honden zoveel mogelijk geld op voor honden waarmee het minder goed gesteld is.

Naar schatting worden dagelijks nog altijd zo'n 550 honden verwaarloosd en mishandeld. “Sinds begin dit jaar is het aantal honden dat wij met spoed hebben opgevangen meer dan verdubbeld. De nood is hoog, dus elke euro die deze honden voor hun soortgenoten ophalen, is ongelooflijk welkom,” licht directeur Daphne Groenendijk van de Hondenbescherming toe.

De Koninklijke Hondenbescherming vangt al 25 jaar oudere en kwetsbare honden op, die niet in een regulier asiel terecht kunnen. Deze honden hebben doorgaans meer verzorging en medische hulp nodig. De opbrengst van de Honden voor Honden Loop is bedoeld voor honden zoals Sarita. Verfomfaaid, schichtig en vervuild trof de politie het hondje aan in een klein donker huis in de Randstad, te midden van metershoog opgestapelde dozen. Geen mens wist van haar bestaan. Haar baasje kwam in de crisisopvang terecht en Sarita ging naar een van de seniorenhuizen van de Hondenbescherming. Na weken intensieve zorg werd er snel een nieuw thuis voor haar gevonden. Ze gaat nu als Cheeta door het leven.

De lijst met zoogdiersoorten die gehouden mogen worden als huis- en hobbydier telt op 1 januari 2024 nog een 30-tal soorten. Vanaf dat moment is het niet meer toegestaan om zoogdieren te houden die niet op de lijst staan. Het advies over de nieuwe huis- en hobbydierenlijst is vandaag door minister Henk Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verantwoordelijk voor dierenwelzijn, naar de Tweede Kamer gestuurd.

Een adviescollege van onafhankelijke wetenschappers heeft een groot aantal zoogdiersoorten die in Nederland worden gehouden beoordeeld op risicofactoren voor dierenwelzijn, als ook mogelijke risico’s voor de gezondheid en veiligheid van de mens (zoals letsel en zoönosen). Het advies heeft geleid tot de selectie van een 30-tal zoogdieren die nog wel gehouden kunnen worden. Deze worden opgenomen in de nieuwe huis- en hobbydierenlijst, waarop ook andere positieflijsten zijn gebaseerd zoals de productiedierenlijst en de circusdierenlijst.

De meest diersoorten die bekend zijn als huisdier zullen ook op de nieuwe huis- en hobbydierenlijst staan, zoals de hond, kat, cavia, goudhamster en het konijn. Vele als exotisch beschouwde dieren zoals bijvoorbeeld de serval (middelgrote katachtige), het stokstaartje en de luiaard vallen buiten de lijst van soorten die vanaf 2024 nog gehouden mogen worden als huis- of hobbydier. De totale lijst met toelichting is te vinden op www.rvo.nl/huisdierenlijst.

De beoogde datum van inwerkingtreding van de nieuwe huis- en hobbydierenlijst is 1 januari 2024. Er geldt een ruime overgangsperiode. Mensen die op 1 januari 2024 een dier hebben dat niet op de lijst staat, mogen dit dier houden of elders onderbrengen tot het dier overlijdt. Dit heeft onder andere als doel om te voorkomen dat mensen de dieren loslaten in de natuur, wat schadelijk kan zijn voor ecosystemen, het welzijn van de dieren en de veiligheid van de mens.

Met de inwerkingtreding van de nieuwe lijst per 1 januari 2024 wordt er ook een ruime tijd gegeven voor dierhouders en –verkopers om hun bedrijfsvoering aan te passen.

De beoordeling van alle gehouden zoogdieren laat zien dat de dieren die wel op de lijst komen te staan, ook complexe zorg nodig kunnen hebben. Het ministerie van LNV onderzoekt extra maatregelen voor de toekomst om ook het welzijn van deze dieren verder te verbeteren.

De expositie DIERBAAR van het Westfries Museum in Hoorn toont onze veranderende relatie met dieren door de eeuwen heen. Daarbij spiegelt het museum wederom het heden aan het verleden. Hoe kijken we vandaag de dag tegen dieren aan? Welke positie hebben ze in ons leven en hoe was dat drie/vierhonderd jaar geleden? De kunst van toen en nu geeft daar verrassend goed inzicht in. In DIERBAAR schuurt het werk van eigentijdse kunstenaars Adriana van Zoest (schilderijen) en Miriam Knibbeler (sculpturen) met de historische collectie in het museum. Bioloog en schrijver Midas Dekkers geeft hierop zijn karakteristieke commentaar in een speciale audiotour.

De expositie DIERBAAR is confronterend en hartverwarmend tegelijk. Het Westfries Museum in Hoorn koppelt hiermee opnieuw actualiteit en historisch besef aan elkaar: DIERBAAR toont namelijk onze veranderende relatie met dieren door de eeuwen heen. Een enorm vergroot portret van een pasgeboren kitten door Adriana van Zoest oogt bijna menselijk (is het dood of levend, vraag je je als toeschouwer af), terwijl op een 17e-eeuws schilderij – een keukenstuk van Jan Albertsz Rotius – de dieren als dode dingen liggen opgestapeld. Ze zijn duidelijk bedoeld voor consumptie én om de vaardigheden van de schilder te etaleren. Overigens tonen beide kunstwerken de hand van de meester, toen en nu.

Van gebruiksvoorwerp naar onze dierbare huisgenoten: in de kunst is de veranderende relatie tussen mens en dier door de eeuwen heen duidelijk zichtbaar vastgelegd. Zo bevat de collectie van het Westfries Museum vele kunstwerken met afbeeldingen van dieren. Het zijn beelden die vaak een enorme symboliek bevatten: ze staan voor rijkdom, de sterfelijkheid van de mens of refereren aan erotiek. Maar wat vooral duidelijk wordt in de door Midas Dekkers ingesproken audiotour, is dat dieren in de 16e, 17e en 18e-eeuwse kunst nooit neergezet zijn als wezens met een karakter, laat staan als iets meer onze gelijken.

In tegenstelling tot de dieren in het werk van Adriana van Zoest en Miriam Knibbeler: deze ademen verbondenheid met alles wat leeft. De dieren in hun kunst zijn persoonlijkheden, of ze nu leven of dood lijken te zijn. Beide kunstenaars lijken de ziel van onze mede-wezens te willen vastleggen. De beelden confronteren de kijker dan ook met de ervaringen van deze dieren, van deze individuen: ervaringen die we wellicht met hen gemeen hebben. Kijkend met de ogen van nu, vanuit het besef dat wij onderdeel zijn van de natuur, kijk je als bezoeker met andere blik naar de historische kunst in het museum waarin dieren zijn verbeeld. DIERBAAR laat de toeschouwer achter met de vraag: behoren wij mensen niet ook tot het dierenrijk?