Sandra Hermann

Inspecteurs van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) hebben op 20 augustus in gemeente Stadskanaal 30 konijnen en 4 katten bij de eigenaar weg moeten halen. De dieren zaten in plastic bakken die daar helemaal niet voor bedoeld waren en hadden geen water en onvoldoende eten tot hun beschikking. Ze waren hierdoor sterk vermagerd en in slechte conditie. De dieren zijn overgebracht naar een opvangadres waar ze goede verzorging krijgen en op kunnen knappen. Tegen de eigenaren is proces-verbaal opgemaakt.

De LID-inspecteurs waren door de politie Stadskanaal gevraagd te assisteren bij deze zaak na een melding over mogelijk dierenleed op het adres. In de sterk vervuilde woning bleken 15 angorakonijnen, soms met twee bij elkaar, in vieze en te kleine plastic bakken te zitten. Ze hadden geen water en alleen gras om te eten waardoor ze allemaal veel te mager waren. De inspecteurs en agenten vonden ook drie al overleden konijnen en tijdens hun aanwezigheid stierf er helaas nog een. Behalve de konijnen zaten er ook nog twee katten in een smerige hondenbench. Een oud hondje lag in een bananendoos te slapen, dit dier zag er wel goed uit. Na verder onderzoek bleken er in een zwaar gebarricadeerde schuur nog eens 15 konijnen en 2 katten te zitten. Ook deze dieren zaten in de vuiligheid, zonder geschikt eten en drinken.

De meegekomen dierenarts oordeelde dan ook dat alle dieren, behalve de hond, onmiddellijk uit deze onhoudbare situatie weg moesten. Na overleg met RVO.nl* zijn in totaal 30 konijnen en 4 katten meegenomen en overgebracht naar een opvangadres waar ze goed verzorgd worden. Voor het oude hondje, die wel in goed conditie was, is het beter dat het niet uit de vertrouwde omgeving wordt weggehaald. Deze mag blijven, controle op gezondheid en welzijn blijft plaatsvinden. Voor de eigenaar wordt ook hulp gezocht, maar deze draait wel op voor de kosten

*De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is onderdeel van het ministerie van Economische Zaken en ziet onder andere toe op de naleving van de Wet Dieren. Bij constatering van overtredingen kan deze dienst onder bestuursdwang maatregelen opleggen om de situatie van de dieren te verbeteren en/of de dieren in bewaring te laten nemen. Het Openbaar Ministerie bepaalt in iedere zaak of de betrokkene een strafbeschikking krijgt - vaak een boete - of dat de zaak voor de rechter zal worden gebracht.